maandag 26 oktober 2015

een krab druiven

Er hing een onaangenaam geurtje in de serre, iets rottend zeg maar. De oorzaak was alras achterhaald: de druiven. Eigen schuld hoor, druiven hoor je tijdens het groeien uit te dunnen, dat zag ik vader zaliger toch doen; teveel druiven op een tros verstikken de binnenste. Druiven 'krenten' heet dat: tijdens de bloei met duim en wijsvinger het teveel aan druiven wegwerken zodat de overige druiven alle ruimte krijgen om door te groeien.

En niet dat ik mijn serre verwaarloos, wel integendeel, ik ben er dagelijks te vinden, al des ochtend, bv. als mijn serre in volle gloed staat van een oostelijk opkomende zon.

Scheuten en bladeren waren vaak genoeg ingesnoeid en had ik rondomrond geen welige tomatenstruiken staan had het gekund. Ik zag het verstikken gebeuren maar kon niet aan de trossen. Met als logisch gevolg een rottingsproces aan de gang.

Kwam er een vriendin langs, een zelfheelster als het ware met een grote passie voor opc's. Wist ik pas toen ik ze mijn serre binnen leidde. Ze was reuzeblij een grote tros, de grootste, druiven mee naar huis te krijgen én noten, én tomaten én scheuten van ...) want opc's zitten niet enkel in druivenpitten maar ook in de schil, voegde ze er aan toe. Dat liet ik me geen twee keer zeggen, je had me moeten zien die opc's  tot mij nemen!

Tot dat kwalijk odeurtje. Zonde maar hier moest gehandeld worden en wel drastisch. Moedig nam ik het besluit om alle 'krabben' (van 't Franse 'grappe') - moe j'en krab druven ein?'  sprak Kortrijkzaan pa zaliger - te snoeien om er sap van te maken. Twee keer gekookt zonder toevoeging van wat ook om  uiteindelijk anderhalve liter over te houden.

Maar lekker dat dat is.

vrijdag 2 oktober 2015

Et tu quoque, Julius?



Altijd ligt er rommel naast mijn pc. Papiertjes, to-do-lijstjes, schrijfgerief, krantenknipsels die ik bewaar voor hen die het zéker moeten lezen of een foto. Deze bijvoorbeeld uit een weekendkrant, een prachtfoto van Julius Persoone, de zestienjarige bijna-kok, zoon van befaamd chocolatier die het in z'n eentje klaarspeelt om 144 tomatenrassen te kweken.


Soms zou ik ook zo in mijn serre willen soezen om in de warmte de tomaten te horen groeien, mochten mijn benen het languit liggen maar vooral het-weer-opstaan-zonder-steun toelaten. 
Dagelijks vertoef ik er een minstens een halfuur, ik besef het pas wanneer ik terug buiten sta.


Elk jaar krijg ik vier tomatenplanten van mijn buurman die hij, net als mijn vader zaliger, uit eigen zaden kweekt. De andere koop ik. Had al een heel plan in gedachten om de coeur de boeuf van betere steun te voorzien want die twijgen kunnen de vruchten niet dragen maar ik zag van het plan af.


Dat had ik gehad, dit jaar eens een paar vreemde rassen moet ik gedacht hebben, zebra-dingens en gele tomaten, zwart vond ik erover. Beetje kippenmest, véél water, dakraam dicht, deur open, nooit omgekeerd. Wat een zorg. Als ik er een paar dagen uittrok liet ik alles openstaan, beter dat dan uitgedroogde planten.
'Ge geeft ze teveel water, ze gaan barsten'.
Nietes.


Tomaten dieven, zien groeien, snoeien, zien blozen. Tomaten uitdelen, verse soep maken of een koude schotel. En dan verbaasd proeven van een rijpe, lekker zoete groene.
Moet je doen.