En niet dat ik mijn serre verwaarloos, wel integendeel, ik ben er dagelijks te vinden, al des ochtend, bv. als mijn serre in volle gloed staat van een oostelijk opkomende zon.
Scheuten en bladeren waren vaak genoeg ingesnoeid en had ik rondomrond geen welige tomatenstruiken staan had het gekund. Ik zag het verstikken gebeuren maar kon niet aan de trossen. Met als logisch gevolg een rottingsproces aan de gang.
Kwam er een vriendin langs, een zelfheelster als het ware met een grote passie voor opc's. Wist ik pas toen ik ze mijn serre binnen leidde. Ze was reuzeblij een grote tros, de grootste, druiven mee naar huis te krijgen én noten, én tomaten én scheuten van ...) want opc's zitten niet enkel in druivenpitten maar ook in de schil, voegde ze er aan toe. Dat liet ik me geen twee keer zeggen, je had me moeten zien die opc's tot mij nemen!
Tot dat kwalijk odeurtje. Zonde maar hier moest gehandeld worden en wel drastisch. Moedig nam ik het besluit om alle 'krabben' (van 't Franse 'grappe') - moe j'en krab druven ein?' sprak Kortrijkzaan pa zaliger - te snoeien om er sap van te maken. Twee keer gekookt zonder toevoeging van wat ook om uiteindelijk anderhalve liter over te houden.
Maar lekker dat dat is.