woensdag 4 november 2015

Pounti à la Flamande





-Mama, wil jij wat van die groenten, ik weet niet wat ik ermee moet aanvangen.

Zo is het begonnen. Ze is van goede wil, mijn dochter, daarom ging ze voor het voedselteam met als slogan 'weet wat je eet'. Week 1!
Met vraagogen bekijken we samen het bladgroen.
-Dat is waterkers en dat is kervel met een veel fijner blad, erg lekker en deze grote bladeren met witte stengels...in 't Franse heet dat blette, ken ik van de pounti. Warmoes! Snijbiet zelfs! Maar die kleine botjes groen ken ik niet, hebben ze je niets gezegd of info meegegeven? Ze weet het niet meer, ze is moe, midden verbouwingen, zwanger, de kleintjes zijn ziek geweest, ze moet koken maar dan beslist ze kordaat dat ze van het groen soep zal maken en de bloemkool zal raspen voor een currypasta, de rest krijg ik mee.

Terstond borrelt bij mij het idee een variatie te maken op de pounti maar ik heb het recept niet bij me. Terwijl we samen winkelen met elk één kind in de kar en later twee verdwaalde peuters in de grote Colruyt probeer ik me het gerecht visueel voor te stellen en koop ik op herinnering repen gerookt spek, Ardeense ham en spekblokjes want vlees heb ik nooit in huis. Groenten heb ik, eitjes ook.

's Avonds in bed zoek ik in het boek 'Je cuisine pour vous' het recept op om nog eens grondig na te lezen. De rechterbladzijde is gevuld met een grote foto van brandnetels in bloei, nét die netels die je niet mag plukken! Aan netels heb ik geen gebrek, ik zal ze zelfs niet moeten ontstelen, kan gewoon topjes trekken, dat bespaart me werk, reken ik in bed uit. Gedroogde pruimen mis ik...zzz


Die ochtend neem ik amper tijd om te ontbijten want ik weet dat ik aan een bewerkelijk recept begin. Mijn eerste werk is een grote kom bedauwde brandneteltoppen plukken, in kamerjas, sjaal rond de nek en met reuze XXl huishoudelijke handschoenen die je alleen aan de Brusselse Zuidmarkt kan kopen. Uit mijn serre haal ik een bos peterselie. Terug binnen reinig ik, nog steeds met de roze handschoenen de netels, kook ze kort en giet ze af in een vergiet. Dat doe ik ook met de 400gr ontsteelde spinazie, de versneden blette en dat klein ondefinieerbaar klein groen. Pas als de groente enigszins afgekoeld zijn kan ik aan het uitknijpen beginnen tot er een bijna droge bal groen overblijft.
De peterselie hak ik fijn en ook een sjalot. Doe spekblokjes in een pan op matig vuur, ze mogen niet krokant en doorbakken zijn want het origineel recept vereist een gekookte homp spek. De pan spek  ledig ik op een bord met huishoudrol.


In een rechthoekige cakevorm schik ik 30 schellen gerookt spek, omdat ze zo dun gesneden zijn bedek ik op de bodem extra met Ardeense hesp. Het laatste dat je wil is dat het deeg gaat kleven aan de bodem.


We zijn er nog niet, er moet nog een deeg gemaakt van: 200 gram bloem, 50 gram havermout, 6 eieren. Alles samen in een grote kom mengen.


Beetje bij beetje melk toevoegen om een gladde massa te bekomen. Flink peperen, zout hoeft niet. Pas dan mogen alle groenten erin, ook de sjalot, peterselie, de spekblokjes en de fijn versneden Ardeense ham.
De mal voor de helft vullen en gezien ik geen pruimen heb gebruik ik rozijnen. Volgende keer doe ik er veel meer bij want die zoete toets middenin is verrassend lekker. Misschien ook dadels, vijgen, zaden of noten, of vervang ik de bloem door boekweit of spelt, gebruik ik minder of geen spek...


Tijdens het fantaseren vul ik de mal verder aan en bedek de deeg met geschrankte spekreepjes.
Oven op 200 ° en gedurende een uur bakken. Tijd om de afwas te doen. Al bij al mag je vier uren uitrekenen van stap één tot de gebakken pounti. Met een beetje sjans krijg je het nog warm uit de mal. Ik laat het afkoelen om het er dan in één klop uit te krijgen. Pounti kan je warm en koud eten. Koud als voorgerecht bij een slaatje, of warm als hoofdgerecht


Pounti is een typisch Frans regionaal recept met honderd variaties; ga Google-en op pounti-afbeeldingen.
Le pounti ou picoussel est un mets ancien du Rouergue et de la Haute-Auvergne faisant partie des usages culinaires actuels de l'Aveyron et du Cantal, dans le Massif central.